Handelingskader Maatschappelijke Onrust
Veel gemeenten zoeken naar manieren voor het omgaan met maatschappelijk ongenoegen en onrust. Dit handelingskader maatschappelijke onrust helpt door overzicht en richting te geven.
Perspectief op maatschappelijke onrust
Van één persoon die een stil protest houdt voor het gemeentehuis, tot overheidsgebouwen onder de mest, maatschappelijke onrust kan veel verschillende vormen aannemen. Sommige zijn zorgwekkend, bijvoorbeeld als ze uitlopen op bedreiging of geweld. Andere vormen bieden ook kansen voor het openbaar bestuur. Mogelijk zijn de burgers die zich via onrust uiten, juist degene die nog misten in je blik. Protest vormt een belangrijk onderdeel van de democratie; maatschappelijke onrust als ‘straatpolitiek’.
Dit handelingskader gaat ervan uit dat ongenoegen en onrust horen bij een democratie. Voor het openbaar bestuur is de kunst te zorgen dat verschillende perspectieven en grieven goed worden ingebracht in de besluitvorming, om ongenoegen te voorkomen of te verminderen. Vervolgens dat escalatie in de openbare orde wordt voorkomen. En – als het toch ontvlamt – dat daar adequaat in te handelen. Omgaan met ongenoegen en onrust is dus zowel een democratie vraagstuk, als een vraagstuk van openbare orde en veiligheid.
Sleutelrol gemeenten
Op lokaal niveau komt onvrede tot uiting, ook als dat gaat over bovenlokale vraagstukken. Bovendien staat een gemeente het dichtst bij de mensen. Lokale bestuurders, volksvertegenwoordigers en ambtenaren kunnen dan ook het verschil maken. Dit kader richt zich daarom vooral op gemeenten. Natuurlijk is het ook relevant voor regio’s, provincies, rijksoverheid en anderen.
Geen blauwdruk
Het handelingskader beschrijft wat vanuit de ervaring wijs blijkt om in te regelen als gemeente. Er valt echter geen blauwdruk te geven. Iedere situatie vraagt om maatwerk. Wel beschrijft het kader onderwerpen waar je aandacht aan kunt besteden.
De aanbevelingen zijn, zeker voor wie ervaring heeft, deels een open deur. Voordeel van het handelingskader is dat het de onderwerpen gestructureerd benoemt. Van preventie en het oplopen van spanningen tot en met de nazorg als er een escalatie is geweest. Het kader koppelt deze fasen aan tips, voorbeelden en ondersteuningsaanbod vanuit het Rijk. Het kader bundelt relevante informatie en maakt die makkelijk te vinden. Het krijgt regelmatig een update.
Weerbarstige praktijk
Ongenoegen en onrust horen zoals gezegd bij de democratie en zijn ook niet geheel te voorkomen. Zo maakbaar is de samenleving niet. Er blijven situaties waarin je als gemeente al het goede hebt gedaan en er toch onrust ontstaat. Bijvoorbeeld als weerslag van landelijke of internationale ontwikkelingen. Het handelingskader lost dus niet alles op. Wel biedt het handvatten voor het inrichten, verder brengen en evalueren van beleid. Zo helpt het lokale partners bij het omgaan met onrust en ongenoegen.
Fasen maatschappelijke onrust
Het handelingskader beschrijft onderwerpen die aandacht verdienen in de verschillende fasen waarin maatschappelijke onrust zich kán ontwikkelen. Dit proces is geen vast gegeven. Mensen kunnen bijvoorbeeld ongenoegen ervaren en nooit overgaan tot actie. Wel is het van belang om over al deze fasen na te denken bij het inrichten van beleid.
Bij vragen...
Staat het interbestuurlijk ondersteuningsnetwerk maatschappelijke onrust (omo) paraat. Voor advies op maat kunnen gemeenten contact opnemen via omo@minbzk.nl.
Sluimerend Ongenoegen
In deze fase sluimert er ongenoegen in de samenleving. Het is zaak om er adequaat om te gaan en goed zicht te hebben op signalen. Deze fase draait om algemene preventie en vormt tevens de basis van het omgaan met maatschappelijke onrust.
Oplopende spanningen
Ongenoegen leidt tot spanningen en onrust onder (groepen) mensen, in wijken en/of online. De bereidheid tot actie neemt toe. Brandhaarden dreigen te ontstaan. Het is zaak om in te zetten op de-polarisatie en de-escalatie; op het identificeren van risicosituaties en op het nemen van gerichte preventieve maatregelen.
Escalatie openbare ruimte
Er vindt een ingrijpende gebeurtenis plaats of ongenoegen escaleert, al dan niet met geweld. Crisisbeheersing en -communicatie staan centraal.
Na de escalatie
Als de crisis bedongen is, treedt de fase van nazorg in. Dit staat in het teken van bieden van hulp, herstel van eventuele schade en betekenis geven aan wat er is gebeurd. Ook is het van belang om te leren van hoe er is gehandeld. Kunst is om op basis van geleerde lessen toe te werken naar beter omgaan met sluimerend ongenoegen.