
Nieuws & trends
‘Men ervaart polarisatie vooral als een landelijk fenomeen’
Het woord ‘polarisatie’ is niet meer weg te denken uit de huidige Nederlandse samenleving. Vaak wordt het begrip gebruikt om zorgen te uiten over de toenemende verdeeldheid in de samenleving. Sophie Grauss (master Peace, Trauma and Religion, VU Amsterdam) is gedoken in het fenomeen polarisatie tijdens haar onderzoek. In de gemeente Gouda ging ze in op de vraag ´Hoe gaat de gemeente Gouda (online) affectieve polarisatie tegen in beleid en praktijk, en welke inzichten levert deze aanpak op voor toekomstig beleid?´. We wilden o.a. van haar weten wat andere gemeenten in Nederland van haar onderzoek kunnen leren.
Wat is de aanleiding van je onderzoek?
Ik vind de lokale overheid heel interessant. Het is namelijk de eerste overheidsvorm die we allemaal tegenkomen. Verder fascineren conflicten me. Daarin kun je namelijk zien wat mensen beweegt. Deze twee elementen komen perfect samen in mijn onderzoek voor mijn scriptie.
En waarom heb je voor Gouda gekozen?
Gouda is een interessante mix tussen stad en dorp. Het is met ruim 70.000 inwoners feitelijk een stad. Maar doordat het zo dichtbevolkt is, voelt het voor veel inwoners aan als dorp. Het beslaat een oppervlakte van vier bij vier kilometer. Dus men komt elkaar continu tegen. Oftewel, het is een plek waar veel interactie tussen mensen plaatsvindt. Verder was het belangrijk dat Gouda al actief bezig is met het thema polarisatie.

Sophie Grauss deed onderzoek naar affectieve polarisatie in Gouda
Wat was je aanvliegroute voor je onderzoek?
Ten eerste wil ik aangeven dat ik onderzoek deed naar ‘affectieve’ polarisatie. Dat is wanneer er vijandschap tussen verschillende groepen bestaat. Dat is dus iets anders dan simpelweg polarisatie, waarbij de tegenstellingen tussen mensen niet per se een negatieve lading hebben. Het kan zelfs functioneel zijn, omdat van daaruit debat kan ontstaan. Om goed te weten in welke mate er sprake is van affectieve polarisatie, heb ik naast literatuuronderzoek veel gesproken met betrokken inwoners en medewerkers van het veiligheids- en sociaal domein. Met deze betrokken inwoners ben ik veel de stad ingegaan. Zo bezocht ik regelmatig buurthuizen en evenementen en ging ik daar in gesprek met bewoners.

Gemeentehuis van Gouda
Wat viel het meeste op tijdens je gesprekken met inwoners?
Dat men polarisatie veel meer als een landelijk dan als een lokaal fenomeen ervaart. De landelijke politiek kwam in die gesprekken naar voren als een polariserende factor. De gemeente Gouda wordt juist als een verbindende partij gezien. Ons gevoel van polarisatie wordt sterk gevoed door sociale media. Daarop worden vooral extremen (en dus negatieve) berichten getoond. Van daaruit kan een selffulfilling prophecy ontstaan. Wanneer men affectieve polarisatie niet zozeer in hun directe omgeving ervaart, maar het wel te zien krijgt op sociale media kan dat de beleving van affectieve polarisatie versterken.

Buurthuis de Walvis
Wat doet de gemeente goed volgens de inwoners van Gouda?
Ze faciliteren contact tussen inwoners. Er worden veel activiteiten gesteund en georganiseerd. Zo hoor ik veel positieve geluiden over een recent georganiseerde avond over het slavernijverleden. Op verschillende manieren komen inwoners op een positieve manier met elkaar in contact.

Affectieve polarisatie ter illustratie
Wat zijn drie tips die je de gemeenten in de rest van Nederland wil meegeven om affectieve polarisatie te minimaliseren?
Het eerste dat bij me binnenkomt is om positieve lokale verbindingen te benutten. Dan kan je denken aan het promoten van een gemeenschappelijke identiteit. Een goed voorbeeld uit Gouda is een vrijwilligerspenning die op een ceremoniële manier werd aangekleed. Daarmee benadruk je het sociale bindweefsel van de gemeenschap.
Een volgende tip, is om duidelijk online beleid te formuleren. Veel gemeenten worstelen met enerzijds het respecteren van de (online) privacy en anderzijds het waarborgen van de collectieve veiligheid. Dit bijt elkaar in veel situaties. Het is belangrijk dat gemeenten een afweging hiertussen maken. Dan kun je in ieder geval concreet beleid maken en uitvoeren.
Tot slot is het investeren in vredestijd cruciaal. We zijn geneigd in de actiestand te schieten, zodra er een incident plaatsvindt. Maar je kan pas echt effectief zijn, wanneer je een band op bouwt met inwoners die actief zijn in een wijk, instantie, buurthuis of vereniging. Via hen kun je dingen in gang zetten. Bovendien kun je via hen al zien aankomen dat er iets borrelt in een gemeenschap. En dan ben je als gemeente ook in staat om preventief te handelen.
Je geeft aan dat je je kennis nu graag wilt inzetten als analist of beleidsmedewerker. Stel dat je een vervolgonderzoek zou doen, waar zou je je dan op richten?
Ik zou me dan verdiepen in de mate waarin religieuze gemeenschappen binnen een kerk of moskee affectieve polarisatie kunnen tegen gaan. Ze komen geregeld negatief in het nieuws, maar dit soort religieuze instanties blijken volgens steeds meer onderzoek juist een hele positieve rol te spelen. Vooral op het gebied van weerbaarheid en veerkracht.