
Nieuws & trends
‘We krijgen de soevereinen die we verdienen’
Sinds corona zijn ze niet meer weg te denken, ‘soevereine’ burgers. Over de aard, ernst en omvang van dit fenomeen zijn verschillende rapporten geschreven. Het beeld is niet eenduidig. Waar de AIVD vanuit landelijk oogpunt alarm slaat, komt er uit onderzoek in gemeenten zoals Eindhoven en Amsterdam een minder alarmistisch beeld naar voren. Politicoloog Menno Hurenkamp, hoogleraar Democatie aan de Universiteit voor Humanistiek, stelt in zijn binnenkort te verschijnen essay ‘Soevereiniteit in de spiegel’ dat we de soevereinen krijgen die we verdienen.
Waarom vind je soevereinen zo intrigerend?
Soevereinen worden nu bekeken door een veiligheidsbril of door een conflictbril, de berichtgeving in de media gaat over rapporten van de AIVD of over ruzie met professionals. Niet helemaal onterecht, want er zitten er bij die gewelddadig zijn. Maar mensen die zich in hun eentje soeverein verklaren – wat toch wel wonderlijk is - houden ons ook een lachspiegel voor. Blijkbaar kan ons idee over wat goed burgerschap is zo uitgelegd worden dat sommige burgers zeggen: ik doe het alleen. Waar komt dat vandaan?

Menno Hurenkamp hoogleraar Democratie als mensenwerk aan de Universiteit voor Humanistiek
Is de samenleving verantwoordelijk voor de soevereine tendensen?
Het ‘vreedzame meningsverschil’ is een belangrijk democratisch ideaal. Maar een ideaal is als slaap of liefde en komt dus niet op commando. Het moet tot stand kunnen komen. We zijn dat vergeten de afgelopen jaren. We zijn de invulling van goed burgerschap steeds nauwer gaan definiëren. Je maakt een opleiding af en gaat aan het werk, wanneer je hulp nodig hebt regel je dat zelf en verder houd je je aan de regels van het sociale verkeer. Dat is kortgezegd ons huidige credo van goed burgerschap. Terwijl een samenleving altijd kloosters, kluizenaars en krakers zal maken: mensen die zeggen, ik wil niet in de kudde. En wanneer de overheid aanwijsbaar niet goed functioneert, waar eigenlijk iedereen het wel over eens is, dan is het niet raar dat er mensen hun eigen uitleg aan kritiek geven. Daar is de vaccinatieplicht tijdens de Coronatijd een goed voorbeeld van.
De overheid zie de burger nog altijd als klant. Dan is het niet zo gek dat sommige mensen kiezen voor ‘contractbreuk’ met de overheid.
Hoe moeten we ons als samenleving tot deze groep verhouden?
Natuurlijk zijn de soevereinen soms ook lastpakken. Maar je hoeft niet eens het nieuws te volgen om te weten dat de overheid veel mensen in de kou laat staan, dat naarmate je sociaal kwetsbaarder bent of sociaaleconomisch lager op de ladder staat, het lastiger wordt om de bureaucratie vóór in plaats van tegen je te laten werken. Ondanks dat we nu al jaren over het belang van mensbeelden praten, ziet de overheid de burger nog altijd als klant. Dan is het niet zo gek dat sommige mensen kiezen voor ‘contractbreuk’ met de overheid. Soevereinen zeggen graag door ménsen aangesproken te willen worden. Maar de overheid voelt steeds meer als een anoniem instituut dat zich verschuilt achter digitale loketten.

Menno Hurenkamp: ‘Soevereinen zeggen aan onafhankelijkheid en echtheid te hechten’
Welke drijfveren voor soevereinen die worden benoemd in het essay springen eruit?
Hierbij kom ik weer terug op onze oppervlakkige invulling van ‘goed burgerschap’. Als je door je oogharen kijkt naar wat soevereinen zeggen, dan hoor je telkens hyperbolen van burgerschap terugkomen. Dit viel mij op in enkele rechtszaken die ik bijwoonde. Een overdrijving van het belang van autonomie, doordat ze zeggen dat niemand gezag over hun leven heeft. Een overdrijving van het belang van authenticiteit, doordat ze bij elke professional om geloofsbrieven vragen. Het overdrijven van representatie, doordat ze zeggen dat alleen zijzelf over hun leven het woord kunnen voeren. Maar wat kunnen we doen? Tegen mensen zeggen dat ze dom zijn is geen winnende strategie, we moeten meer maatschappelijke idealen onderwijzen en voorleven dan alleen eigen verantwoordelijkheid. Autonomie en authenticiteit kun je niet kopen, je moet dat soort idealen ervaren en dat lukt alleen wanneer je je ingebed voelt, in je fysieke of sociale omgeving. En dat vergt weer dialoog, onderhouden door zowel de rechtstaat als de verzorgingsstaat.
Waar en door wie moeten die gesprekken gevoerd worden?
Het onderwijs heeft al een burgerschapstaak, maar er is nog wat te winnen door niet alleen vaardigheden en formaliteiten te onderwijzen maar democratische cultuur over te dragen, leerlingen tot bloei te laten komen door eigen levensopvattingen te leren verwoorden. En belangrijk is ook dat we het wiel niet opnieuw hoeven uit te vinden. Er zijn in 2024 mooie rapporten over de rechtsstaat en de democratie verschenen, van Kummeling en Marcouch, om de band tussen burger en rechtstaat te verbeteren en om de democratie weerbaarder te maken. Daar kan een nieuwe regering zo mee aan de slag, om de bureaucratie menselijker te maken, volksvertegenwoordigers meer in staat te stellen daadwerkelijk iedereen te vertegenwoordigen en democratische vernieuwingen te zoeken die podium bieden aan ongehoorde stemmen.

Een docent in gesprek met studenten
Wat dient de samenleving verder te doen in relatie tot soevereinen?
Zowel sociale als justitiële professionals moeten zich beschermd weten tegen mogelijk bedreigende interacties aan de deur. Maar minstens zo belangrijk is dat we het ideaal van ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ opnieuw doordenken. Mensen blokkeren de A12 met een stoet trekkers of lijmen zich eraan vast, worden digitale nomade om aan de belastingdruk te ontkomen of verklaren zich soeverein. Bij al die zaken vinden we nu dat de rechter er maar wat over moet zeggen. Maar wanneer niet ook de politiek zich verhoudt tot de condities waaronder je je burgerschap kunt bevragen, dan holt dat uiteindelijk de rechtsstaat uit. De samenleving moet opnieuw het gesprek voeren over wat lidmaatschap van de gemeenschap betekent, en dat niet platslaan tot ‘normen en waarden’. Als het buurtwerk aan de commercie is gegeven of men hoopt dat de postbode – die sowieso amper nog langskomt – vrijwillig als sociaal werker bijklust, is er net wat meer nodig dan heropvoeding. Het gaat om groot onderhoud van de instituties.