Terug
Polarisatie
Polarisatie
Een toestand waarin er scherpe tegenstellingen bestaan óf een proces van verscherping van tegenstellingen. Dit kunnen zowel tegenstellingen zijn op inhoudelijke vraagstukken als in de relaties tussen (vermeende) groepen. In het laatste geval is er “vijandige polarisatie”.

Horizontaal/verticaal:
- Horizontale polarisatie is polarisatie tussen inwoners.
- Verticale polarisatie is polarisatie tussen inwoners en de overheid of andere instituties van de democratische rechtsstaat.
Inhoudelijke, feitelijke en vijandige (affectieve) polarisatie
- Inhoudelijke polarisatie: de mate waarin inhoudelijke standpunten uiteenlopen. In een proces van inhoudelijke polarisatie worden opvattingen meer extreem, stellig en onwrikbaar. Er zijn minder tussenposities en er is minder divergentie (spreiding t.o.v. een gemiddelde positie).
- Feitenpolarisatie: Inwoners ontwikkelen verschillende percepties van de werkelijkheid, in wat zij als ‘waar’ erkennen.
- Vijandige (affectieve) polarisatie: Gaat niet om wat inwoners vinden, maar hoe zij over elkaar denken, waarbij nuances verdwijnen en tegenstellingen in groepen ontstaan op basis van identiteitskenmerken. Tegenstellingen worden gevoelsmatig en moreel sterker: men wordt positiever over mensen met dezelfde opvattingen en gaat andersdenkenden sterker afwijzen, en hen mogelijk zelfs als de vijand zien. Gevoelens en emoties worden steeds belangrijker en feitelijke informatie heeft steeds minder impact.
- Polarisatie is iets anders dan conflict of spanning. Bij polarisatie ontstaan er (vermeende) uitersten (polen) die uit elkaar (komen te) liggen, terwijl ‘het midden’ kleiner wordt.
- Polarisatie is niet goed of fout. Wij-zij denken en categoriseren, is een algemeen menselijke neiging. Soms polariseren mensen bewust, maar meestal is polarisatie iets wat mensen overkomt.
- De vraag is of de gepolariseerde narratieven die in een samenleving voorkomen, ook echt kloppen. Gepolariseerde narratieven in de (sociale) media en de politieke arena kunnen schuren met de (lokale) werkelijkheid omdat de tegenstellingen groter gemaakt worden dan ze zijn.
- Polarisatie als proces heeft fases: van oplopende spanningen naar ingraven en escalatie.
- Vijandige (affectieve) polarisatie heeft brandstof nodig: bijvoorbeeld uitspraken over de identiteit van ‘de ander’. Er zijn vaak ‘pushers’, die met zulke verarmde narratieven proberen om ‘joiners’ te mobiliseren om zich aan te sluiten bij één van de twee polen. Politiek en (sociale) media kunnen allemaal baat hebben bij een uitvergrote beeldvorming.
Risico's
- Verarming dialoog: ‘allesomvattende’ of juist ‘smallere’ narratieven over een kwestie, of over jezelf en ‘de ander’ domineren de dialoog; Inwoners gaan redeloos op in het eigen gelijk; zij willen niet meer luisteren naar andersdenkenden; men is minder bereid om compromissen te sluiten.
- Afhaken: Inwoners die zich terugtrekken uit maatschappelijke discussies en politieke participatie.
- Radicalisering: Toenemende vervreemding/vijandigheid tussen groepen, kan radicaliseren richting extremisme. Alle extremisme gaat gepaard met polarisatie en jaagt deze ook aan.
- Feitenpolarisatie: Het risico van feitenpolarisatie is dat er geen gemeenschappelijke grond en gedeelde kennisbasis zijn om met elkaar in gesprek te kunnen gaan over meningsverschillen, wat de democratische rechtsorde kan ondermijnen.
Kansen
- Polarisatie kan aanzetten tot sociale veranderingen of emancipatie van achtergestelde groepen.
- Als het democratisch debat over een belangrijk onderwerp niet op het scherpst van de snede wordt gevoerd, kan de democratie gebaat zijn bij het (tijdelijk) aanscherpen van tegenstellingen. Polarisatie kan dan ook interesse wekken bij een lauw publiek, keuzen verhelderen en zorgen voor een verhoogde opkomst bij verkiezingen.